Het is tijd om wakker te worden

Hier leggen de vliegduiven volgende week opnieuw en dan laat ik ze een dikke week broeden. Dat is ook de periode waarin ze onderzocht worden door de dierenarts. Je hebt dan normaal gesproken nog ruim drie weken de tijd om in te grijpen, mocht dat nodig zijn.

Vanaf dan gaan ze ook elke dag een uur verplicht los. Hier trainen alle duiven een seizoen lang maar één keer per dag. Natuurlijk heb ik ook tweemaal daags geprobeerd, maar daar werden de prestaties niet beter van. Liever een vol uur goed trainen dan tweemaal half.

Daarbij houd je overdag tijd over voor de andere dingen in het leven, dat toch al relatief kort is, ook al word je oud. Zo ben ik nooit altijd met de duiven bezig. Vroeger niet gedaan, nu nog niet. Alleen het hoofdzakelijke wordt gedaan en dat is alles zuiver zetten en eten en drinken geven.

Ik ben niet iemand die in de lucht gaat turen hoe de duiven trainen, vaak zit ik dan aan het ontbijt of het avondeten. Zo pak ik ook alleen maar duiven in de hand om ze in de mand te stoppen, anders zelden. Ik ben niet langer in het hok dan nodig is, want daar zie ik het nut niet van in.

De duiven zijn hier niet bang. Met wie ik ook door het hok loop, ze schijnen dat normaal te vinden, wellicht omdat ik ze nooit pak. En als ik dat wel doe om in te manden, maak ik het hok donker.

Ze worden enkele keren één voor één op 30 km gelost. Daarna gaan ze gelijk op de eerste prijsvlucht. Ik doe het zo al jaren; jongen opbrengen, een dikke week nabroeden op de tweede leg en daarna op weduwschap.

Ze worden wel verduisterd tot half mei, wat overigens geen nadelige gevolgen heeft want ik ben al jaren bij de eerste provinciale hokkampioenen. Op de midfond moeten ze vaak even wennen aan het feit dat ze niet verduisterd zijn, maar dan zijn ze vaak weer top op de laatste mid- en dagfondvluchten.

Tonen voor de vlucht gebeurt nooit. Wel blijven ze altijd tot de andere dag samen, dat al vanaf de eerste prijsvlucht. Ik hou van rust op het hok en de duiven worden ruim beloond na de vlucht. Zondag is het verplicht rust, dan vliegt hier niet één duif. Dit heeft niets met geloof te maken, maar met mijn gezin wat dan aandacht krijgt.

De jongen worden hier vroeg gespeend en bijgezet bij de oudere jongen. Niet op stro, verwarmingsplaten of wat dan ook, ze moeten maar snel in een bak leren vliegen. Dat bijzetten bij de oudere soortgenoten heeft zijn voordelen. Hier drinken alle jongen uit één drinkgoot en dat moeten ze van hun leren. Ik stop er geen in de drinkgoot, dat moeten ze later in de mand ook zelf uit zien te vinden.

Alle jongen worden in de ochtend karig tot niet gevoerd, dat ligt eraan wat er nog over is van de avond ervoor. Als ze los gaan en ik besluit ze binnen te roepen, dan moet alles binnen no time binnen zitten. De pas gespeende piepers hebben dan stevig honger, maar in de namiddag krijgen ze allemaal zoveel ze lusten en reken maar dat de pas gespeende jongen de maïs gelijk pikken.

Uiteraard worden ze tijdens het vliegseizoen wel tweemaal daags stevig gevoerd, maar dan trainen ze in de ochtend 1-1,5 uur.