Barre dagen

Het is geen pretje in het duivenhok. Uitkrabben gaat niet want alles is bevroren, behalve de duiven gelukkig.

De toegangswegen naar ijsgebieden zijn dicht, door corona is ook deze ambiance ter zielen. Dit is jammer voor de jeugd, omdat zij niet kunnen genieten zoals wij destijds. Zulke koude winterdagen zijn immers geen jaarlijks terugkerend fenomeen hier in Brabant.

Ik denk dan terug aan de winter van ’97, toen genoot ik volop van dit weer en werd er in februari ook flink geschaatst. Heel wat toertochten heb ik gereden van de 25 km tocht in Steenbergen – langs alle binnenwateren met overal stempelposten met koek en zopie – tot de 100 km tocht in Vught.

Ook de Singeltocht van amper 12 km in Breda werd gereden voor de sfeer. Wat ik me wel herinner is dat het vreselijk koud was met een stevige oostenwind die door de polders raasde. De Elfstedentocht werd toen ook gereden. Elke avond schaatsten we met een groepje om de afstanden een beetje te verteren.

Nu 24 jaar later zou ik het niet meer kunnen en durven met mijn rugklachten. Eén keer vallen en de rapen zijn gaar. Ik kom niet eens meer buiten als het niet nodig is om uitglijden voor te blijven. Wat kan alles snel veranderen in een relatief korte periode.