2021 komt eraan

Nog enkele dagen en we gaan weer een nieuw jaar in. De sportieve ambities voor 2021 blijven hetzelfde, al geniet ik de laatste jaren wel meer van de oude dan van de jonge duivenvluchten.

In de afgelopen 10 jaar hadden alle veranderingen in het vliegprogramma betrekking op de jonge duiven. Dit was vroeger een spel waar iedereen in Nederland naar uitkeek met grote deelnames op de wedvluchten en gelijke kansen voor iedereen.

Toen het verdict viel dat we niet verder mochten spelen dan 450 km centraal in de afdeling, kwam aan alle jonge duivenklassiekers een eind. Zo ook Orléans, waar iedereen naar uitkeek, zelfs de verste afstanden. Vandaag de dag wil men het liefst zo laat mogelijk beginnen met de jonge duiven, alle vluchten met warm weer afgelasten en zo vroeg mogelijk weer stoppen.

Ik ben overtuigd dat hierdoor veel duivenmelkers zijn afgehaakt alsmede de landelijke belangstelling van de vlucht der vluchten. Zelfs mensen die geen duiven hadden vroegen je naar nationaal Orléans. Sommige Chinezen huurden helikopters om de duiven te volgen en alles werd gefilmd. De vlucht an sich was bekender dan bijvoorbeeld Barcelona. Ook de Belgen waren jaloers op onze Orléans.

Het zou geweldig zijn als er initiatief genomen werd om bijvoorbeeld één of meerdere nationale vluchten te organiseren voor jonge of oude duiven, waarbij heel Nederland de mogelijkheid heeft deel te nemen. Zonder verplichting.

We zouden daarop middels sponsoren mooie prijzen kunnen vervliegen om het aantrekkelijk te maken. Ik denk aan Blois of Le Mans voor de oude duiven en Orléans voor de jongen. Deze afstanden kunnen prima gevlogen worden met goed getrainde en begeleide jonge duiven. Vroeger vlogen we Orléans zelfs met niet-verduisterde jonge duiven.

Het zou een unieke kans zijn om de duivensport weer onder de aandacht te brengen bij de mensen en de jongere generatie een toekomst te bieden. De huidige oude garde die vaak dienst neemt in alle besturen lijkt alles tegen te houden wat verandering betreft.

Het is in sommige afdelingen zelfs zo gek dat wanneer jongeren zich opgeven voor bestuursfuncties om verandering teweeg te brengen, ze gewoon geweerd worden door de oude garde. Zoals die nu bezig zijn, regeren ze de Nederlandse duivensport binnen niet al te lange tijd de afgrond in.