Verschillen

De duivensport is ten opzichte van vroeger veranderd. Je hebt tegenwoordig mensen die andermans hokken of duiven keuren en overal hun mening verkondigen, terwijl ze zelf amper blad raken. Verder kan je de duiven niet met elkaar vergelijken. Duiven die met één nacht mand worden gespeeld hebben minder bijproducten, vetten en herstel nodig dan duiven die twee nachten mand worden gespeeld.

De één nacht mand duif vergelijk ik met sprinters in alle takken van sport: groot, sterk, gespierd en mooi om te zien. Een twee nachten mand duif is rank, klein, wel gespierd maar met een laag vetpercentage. Ik heb zelf marathonduiven die op zicht prachtexemplaren zijn, maar in de hand op kraaien lijken. Een smal lichaam en ze wegen amper iets.

Advies over voeding en bijproducten neem ik van iemand die zelf niet verder dan 400 km heeft gespeeld, niet aan. Zij weten niet waar ze over praten. Zo zijn er liefhebbers die vroeger nooit verder dan 300 km speelden met één nacht mand op een teentje look in water. De tijden zijn veranderd. Nieuwe virussen liggen op de loer en we zijn met zijn allen meer duiven gaan houden met meer zwakkelingen als gevolg.

De “volledig op graan en water” figuren die verkondigen hoe gemakkelijk het wel niet is, zijn vaak mensen die je niet met een korrel maar met een heel pak zout moet nemen. Ik weet al lang dat wanneer iets te mooi lijkt om waar te zijn, het vaak ook zo is.

Ik speel zelf allround van 100 tot 700 km en werd op elke discipline in de afdeling dit jaar 1e hokkampioen (op de midfond 2e), in de FZN 1e Gouden afdelingskampioen, maar ook 3e beste liefhebber WHZB (vorig jaar 4e). Ik ben dus geen eendagsvlieg en wat ik daarmee wil aangeven is dat ik inmiddels aardig weet wat ik ervoor moet doen om van april tot september op alle afstanden tot topprestaties te komen.

Het begint met kwaliteit, maar zonder de bijbehorende juiste inzet, voeding, vetten en bijproducten kom je er niet. Dit is bij iedere topsporter zo. Laat al die mooie praatjesmakers gewoon hun prestaties van de afgelopen jaren op tafel leggen en niet die uit een ver verleden. We leven immers in het heden.

Schenk je aandacht aan duiven die het verdienen. Het is jouw taak om ervoor te zorgen dat het die duiven aan niets ontbreekt, zodat ze het uiterste uit hun vermogen kunnen halen. Overbevolking leidt tot niets. Hier worden ook best wat jongen gekweekt, maar alleen de beste gaan een jaar door. Selectie ligt hier elke dag op de loer.

Na zes vluchten zijn hier al veel duiven verdwenen. Dat daarmee de motivatie uit een hok verdwijnt, beschouw ik als een fabeltje. Zo denk ik ook over koude, wat slechts een emotie is zoals Theo Pander wel eens aanhaalt. Duiven zijn geen mensen.

Zo zag ik op de site van A.S. de foto van Roger Buvens. Zo zitten de vliegduiven hier al jaren in het stille seizoen. De gehele dag in een open volière, alleen ‘s nachts zitten ze binnen, de kwekers daarentegen niet eens. Die zitten dag en nacht in een open volière.