Rust op het hok

Afgelopen weekend heb ik alles op zijn plaats gezet, de duiven een bad gegeven en ze nog eens bekeken. De kweekduiven zijn weer supermooi. De overnachtduiven ook, maar die waren niet verduisterd.

De vliegduiven mogen binnenkort weer naar buiten. Ze zijn mooi op gewicht, niet te vet en zeker niet mager. Er zitten hier nog 30 vliegkoppels, twee teveel dus, maar er zal vast nog wel iets gebeuren als ze weer buiten vliegen.

Ik heb voor mezelf een overzicht gemaakt van deze 30 doffers en duivinnen met daarop hun beste prestaties. De ene zit bij de Asduiven, de andere won op teletekst en sommige wonnen een 1e en meerdere malen top 100 provinciaal.

Je moet eigenlijk achter iedere vliegduif iets kunnen zetten, anders zijn ze het doorhouden niet waard. Mooie stambomen hebben ze hier allemaal, maar alleen daarmee kom je er niet. Ze moeten ook presteren.

Over vijf maanden gaan we normaal gesproken de strijd weer aan en die begint zoals altijd in eigen vereniging. Word je daar niet 1e, dan gebeurt dat op andere plekken ook niet. Ik speel in een sterke vereniging met enkele goed presterende hokken en dat is alleen maar goed. Concurrentie moet je nooit ontlopen, hoe sterker hoe beter.

Al met al gaat het erom dat je plezier haalt uit je duiven en dat je kan genieten van de aankomsten en van deze mooie hobby. Vooral in deze tijden waarin we verplicht aan huis zijn gekluisterd.