Waar een wil is?

Ik denk dat veel duivenmelkers de lat te hoog leggen voor zichzelf. Ze willen goed presteren, maar het ontbreekt aan de juiste inzet of kwaliteit. Laatstgenoemde is een kwestie van enkele jaren hard selecteren op gezondheid en kwaliteit. Je zal zien dat het dan met sprongen vooruitgaat.

Heb je maar twee goede duiven? Houd er dan twee, zo simpel is het. Duiven die het niet kunnen – en dat zijn er heel veel, hoe mooi ze ook zijn of hoe aangekleed hun stamboom ook is – moet je gewoon verwijderen.

Steek je aandacht alleen in goede duiven en staar je niet blind op duivenmelkers die met massa’s duiven spelen. Als het met veel duiven mee slecht gaat, gaat het ook heel erg slecht. Zij zijn een hoop vrachtgeld kwijt en wat te denken van voerkosten, medicatie etc.

Zoek het ook niet in dagelijks van alles in de drinkpot doen of elke dag een andere afgemeten mengeling geven. Weggegooid geld en moeite. Elk jaar de hokken uitbreken is niet nodig, de meeste slechte hokken zijn gewoon te dichtbevolkt of slecht verlucht. Nee, het zit ‘m in simpele dingen zoals goede duiven en een goede verzorging en niet in meer duiven aanhouden dan zij die het waard zijn en wat je zelf aankan.

Duiven die individueel ziek worden gaan er hier direct uit. Nu na het seizoen zet ik de duiven zo kort mogelijk bij de natuur, dat wil zeggen zoveel mogelijk vrijheid en zuurstof. Verder genoeg voer, want ik houd niet van karig gehouden duiven. Ze hebben de bouwstoffen in de winter het hardst nodig.

Hier worden ze in de herfst en winter eenmaal daags gevoerd. Volop, maar alles moet wel worden opgegeten, anders komt er ongedierte op het hok af. Kortom, houd het simpel en zoek het niet waar het niet is.