Halverwege april

We zouden al twee mooie vluchtdagen gehad hebben, maar het is niet anders. Het is veel erger voor de mensen die van dichtbij met het virus te maken hebben (gehad).

Afgelopen weekend heb ik met mijn schoondochter alle jongen geteld en tegen pokken geënt. Alles zat er nog, hoewel ik gisteren gebeld werd dat er één in Terheijden was binnengelopen. Mijn duiven zijn gestempeld. Niet omdat ik ze terug wil als ze wegvliegen, maar als ze bij een particulier zitten kan ik ze ophalen.

Dit jaar zitten de verschillende rondes voor het eerst apart in de hokken. Voorheen speende ik gewoon bij. Doordat ze volop voer krijgen, trekken de jongen niet ver van huis. Dat is ook niet nodig, het duurt immers nog maanden voordat we ermee gaan spelen.

Het NPO zou er goed aan doen om dit jaar niet één kampioenschap door te laten gaan en alleen wedvluchten te houden. Als men de gelegenheid geeft wedvluchten te organiseren tot eind oktober, voelt niemand zich bezwaard mee te doen als hun duiven in de rui vallen. Wie oplet verduistert toch wel iets langer.

Het is wel goed om de duiven te kunnen testen dit jaar. Een jaar niet vliegen zorgt voor uitpuilende hokken vol domme en onervaren duiven. Daarnaast verwacht ik dat dan 30% van de liefhebbers stopt. Bij de meeste staat de klok immers al op vijf voor twaalf.

Vers van de pers is het nieuws dat de combinatie Colijn-Ganus-Fox weer terug is. De sympathieke Mike uit Amerika voegt zich weer bij de combinatie in Nieuwendijk. In het verleden behaalde dit trio mooie resultaten en Mike is niet te beroerd om te investeren in superduiven. Samen met de twee sympathieke Peter’s moet dat goed komen.