Verloren moeite

De secties jonge duiven hebben mijns inziens niets bereikt de laatste jaren. Een vliegprogramma voor jonge duiven dat steeds meer lijkt op het Quiévrain-spel in België, aangevoerd door oostelijk gelegen hokken die hopen dat zij met 200 of meer jongen de boel aan flarden kunnen vliegen. Op vluchten van 140 km met meestal een westenwind is dat in ons land perfect mogelijk.

Ik kan mijn plezier niet halen uit vijf minuten duiven wachten op een vlucht van amper anderhalf uur. Die instapmogelijkheden zijn dan ook gelul als je het mij vraagt. Ik heb meermaals jongen die amper 250 km hebben gespeeld direct op 450 km gezet met goede resultaten als gevolg. De afdelingen moeten er gewoon voor zorgen dat er de eerste weken van het seizoen genoeg opleermomenten zijn om de jongen die verloren zijn gegaan, in te laten springen.

Afgelopen jaar heb ik een liefhebber in eigen vereniging geadviseerd om zijn jongen van 250 km gelijk op Orléans 455 km te spelen. Tot zijn verbazing met een goed resultaat. Bas Verkerk deed dat ook met een deel van zijn jongen die tot dan toe alleen nalijn hadden gevlogen. Ook daar met een goed resultaat.

Wie gaat mij overtuigen dat wanneer een duif gelost wordt, hij of zij precies weet hoe ver ‘ie moet vliegen? Nee, het gaat erom dat je duif in orde is, gemotiveerd is en voldoende brandstof in de tank heeft. Daarna komt het op kwaliteit aan.

We krijgen steeds meer voorzichtige spelers die vroeger alles plat speelden op vluchten boven de 400 km, omdat ze toen echte duiven op hun hokken hadden die er niet voor terugdeinsden om 500 km met het grootse gemak af te raffelen. Desnoods elke week.

Nu schijnen ze niet verder dan 300 km te willen vliegen. Gun een ieder zijn spel, we gaan toch ook niet roepen dat 600 km ver genoeg is om ZLU te spelen op de kortste afstand, omdat ze anders in de hoger gelegen Rayons niet mee kunnen doen?

Waar zijn we met zijn allen mee bezig, vraag ik me wel eens af. Eén ding is zeker: laat er dit jaar in de eerste zes weken maar geen zware vlucht komen, anders zijn er schrikbarend veel jaarlingen kwijt die tot dan toe niet verder zijn gespeeld dan 250 km.

We gaan het beleven, maar de charme van het jonge duivenspel dat ooit in het gehele land de boventoon voerde is gesloopt door mensen met geen enkel belang in de duivensport. Ik heb het vaker aangehaald: de duivensport kalft van bovenaf in en niemand schijnt daar iets aan te willen veranderen.