Vroeg uit de veren

Ik sta iedere ochtend vroeg op, maar ga ook redelijk vroeg naar bed. Mijn ochtendritueel is eerst een kop koffie, daarna mails beantwoorden en de krant doornemen.

Onlangs ontving ik een mail van Co Verbree. Hij is afgelopen jaren aan de sukkel geweest, maar pakt nu het gelukkig weer wat beter gaat de draad voor 2020 weer op met zijn zoon Piet. Ook zij gaan Championsmix en NPO-mix voeren.

Dat Co over een hok goede duiven beschikt, zien we al jaren aan zijn winst in de Gouden Duif competitie. Vanzelfsprekend wilden wij daar ook duiven van hebben, dus kochten we er drie op PIPA. Een dochter van Limo x Capriana heeft al met meerdere doffers teletekstvliegers gegeven bij Jan. Dan mag je dus niet mopperen, we zijn vaak minder goed geslaagd.

Vaak is het zo dat wanneer de melker aan de sukkel is, de duiven zich ook minder voelen. Zij schijnen dat aan te voelen, hoe goed de vervangende verzorger ook zijn best doet.

Dat duivenliefhebbers taai zijn en onze sport zo verslavend is, hoorde ik onlangs nog van een topspeler die met zijn been in het gips naar de hokken strompelde. Ik had dat ook: meerdere ruggenbanden om, volgepropt met pijnmedicatie en toch naar dat hok proberen te gaan om te zien of alles goed was uitgevoerd.

Voer te zwaar voor vitesse?

Ik ontving ook een mail van een klant die zich door enkele liefhebbers liet inlichten dat het supervoer was voor de mid- en dagfond, maar te zwaar voor vitesse vluchten. Tja, wat kan ik daar tegen inbrengen. Ik ben al verschillende jaren provinciaal hokkampioen op de vitesse en ik geef toch echt die vette, ‘veel te zware’ mengeling.

Praat anders eens met Oliver Sabol, hokverzorger bij Eijerkamp. Er is dit jaar geen betere vitesse speler te vinden. Tevens zijn zij beste liefhebber van Nederland. Oliver is zeer gecharmeerd van onze NPO-mix.

Nogmaals: holle vaten klinken het hardst. Je mag van alles roepen – dat doe ik ook wel eens te vaak – maar onderbouw het wel eerst met je prestaties.