Kampioenschappen

De prijsuitreikingen beginnen weer en hoe mooi ze ook zijn: aan mij zijn ze niet zo besteed. Ik ben het gehele jaar gebonden aan mijn duiven, maar in het najaar blijf ik er niet voor thuis. Maar goed, ieder zijn ding natuurlijk.

Ik ben provinciaal 1e hokkampioen bij de oude duiven op de vitesse, 7e op de dagfond en 2e bij de jonge duiven.

Jan is provinciaal 1e hokkampioen oude en jonge duiven mid-/dagfond. Na enkele keren 2e nationaal duifkampioen jong nu dus 3e, 4e, 6e en 8e nationaal duifkampioen. Zoals ik eerder vermeldde, met nazaten uit de nieuwe lijnen Millennium koppel x Super Rossi.

Mijn felicitaties ook voor Maarten Huijsmans met zijn 1e nationaal hokkampioenschap midfond. Hij vertelde me hoe geweldig de nakweek van Claire is. Zij won zelf meerdere Rayon-overwinningen en een zoon van haar werd vorig jaar 3e nationale Asduif jong. Haar directe kinderen wonnen meerdere 1e prijzen, zelfs de 1e provinciaal met de laatste vlucht.

Claire is hier gekweekt uit een directe zoon van Super Rossi x de moeder van Super Boy (zus Marianne 1e WHZB van Frans Looyschelder). Zijn vader is ook Super Rossi. Super Boy won een 1e provinciaal tegen dik 17.000 duiven.

Het gaat om duiven die het verschil kunnen maken (en meerdere kampioenenhokken beschikken over zulke duiven) en provinciaal kunnen winnen. Het dorps- of samenspel is mooi, maar het provinciale spel is waar het moet gebeuren.

Om die reden mogen ze van mij alles opheffen wat tussen verenigingsspel en provinciaal spel zit, zodat iedereen verplicht is om de provinciale punten te gebruiken voor de nationale hokkampioenschappen.

Ook in België zie je dat met de ZAF en Union. De mannen van de Union roepen dat bij hun de beste zitten en andersom roepen die van de ZAF dat ook. Ook daar zou provinciaal spel dus doorslag moeten geven, dan kunnen ze pas echt met elkaar concoursen en niet in veredelde samenspelen. Wij spelen in Brabant ook ruim 60 km in de breedte, dus dat moet daar ook kunnen, lijkt me.

Het mooiste in Nederland zou natuurlijk zijn dat we van elf naar zes afdelingen gaan en dat de grenzen in de lengte in plaats van de breedte komen te liggen.

Niets ten nadele van de nationale kampioenen, maar het was eerlijker als alle punten uit het provinciale spel zouden komen en dat geldt ook voor de provinciale kampioenen. Ook al ben ik 1e provinciaal hokkampioen, zolang de punten uit samenspelen of Rayons komen, blijft het koffiedik kijken.

Laat mij maar genieten van het winnen van 1e prijzen of teletekstvermeldingen, ook al is de wind daarin vaak doorslaggevend. Dit zie je vaak aan de hokken die aan de buitenkant van de afdeling zitten – zowel oostelijk als westelijk gelegen – die de boel op kunnen rollen. Provinciaal iets wat de centraal gelegen hokken niet zo vaak lukt.