40/60

De nieuwe aantallen lekken steeds meer: 40 oude en 60 jonge duiven vanaf 2020 als inkorfbeperking. Mij maakt het niet uit, het moet immers met kwaliteit gebeuren. Of het de duivensport gaat redden, betwijfel ik. We zullen steeds kleinere aantallen duiven per vlucht krijgen, wat betekent dat de vrachtkosten zullen toenemen.

Men wil wel invliegduiven gaan toestaan die de 40/60 verhouding op peil houden, maar of dat juist is… Alle Vitesse, midfond, eendaagse fond en jonge duivenspelers worden hiermee het hardst getroffen. De overnachtspeler vindt invliegduiven niet erg.

Het zou beter zijn om het samenspel en de Rayons te schrappen, daar is toch geen geld meer voor vanwege het dalende ledenaantal. Het verenigingsspel behoud je uit gezelligheid en het afdelingsspel deel je op in categorie A & B. In categorie A kan men ongelimiteerd duiven voor prijs spelen en in categorie B kan men de inkorfbeperking houden en hier alle punten voor de kampioenschappen uit halen.

We moeten onszelf ook inleven in de kleine groep broodspelers die van hun hobby hun beroep hebben gemaakt. We kunnen niet verlangen van deze mensen – die vaak zelfs personeel in dienst hebben – dat zij iedereen op straat schoppen en weer een baan gaan zoeken. Het is moeilijk om het iedereen naar zijn zin te maken, maar we moeten te allen tijde ieders mening en belang respecteren.

De duivensport aantrekkelijker maken doe je door het te organiseren zoals twintig jaar terug. Toen kon iedereen een gokje wagen, had je jaarlijks mooie gesponsorde prijzen of een bonnenverkoop van top liefhebbers.

Zulke dingen redden mijns inziens de duivensport. Nergens tiert de sport zo welig als in het Verre Oosten. Als daar morgen niet meer gegokt mag worden, heeft daar in no time niemand meer duiven, vrees ik.