Percentages

We razen stevig door het vliegprogramma heen, de snelheidsvluchten zijn namelijk al afgerond. Nog zes Midfond vluchten en vijf Dagfond vluchten en dan zit het programma voor de oude duiven erop. De overnachtspelers gaan nu pas van start.

Jonge duiven

Over vier weken beginnen de jonge duiven vluchten. Ik heb ze al vijf keer weggebracht op een goede 35 km. Daarbij hebben ze het niet makkelijk gehad, omdat ze het parcours iedere keer één voor één moesten afleggen.

Alles draait om percentages

Inmiddels is 10% van de ploeg verspeeld, maar dat is vrij normaal. Waarom druk ik dit in percentages uit? Ik begin met 100 duiven. Als ik er 10 verlies, heb ik zogezegd veel verliezen. Maar degene die er 10 wegbrengt en er één verliest, heeft zogezegd geen verliezen.

Dan is er nog de grote groep liefhebbers die roept: “ik ben er nog geen kwijt”. Zij vergeten erbij te vermelden dat ze nog niet van huis geweest zijn. Dit is doorgaans de groep die dadelijk loopt te klagen dat het vliegprogramma later moet beginnen, omdat ze nog geen kans hebben gehad om de jongen op te leren.

Nee, 30 juni begint het vliegprogramma en dan moet je maken dat je er klaar voor bent en niet mekkeren als je na de eerste vlucht 25% van je duiven kwijt bent. Dit is het percentage dat iedereen die zijn jongen goed opgeleerd heeft, van tevoren al is kwijtgeraakt.

Verliezen

Verliezen horen erbij tegenwoordig. We zijn nu eenmaal meer duiven gaan kweken met zijn allen. Duiven waar nu uit gekweekt wordt, zouden we 20 jaar geleden niet uit kweken, toen er nog voor de centen gespeeld werd.

Ik weet nog wel dat ik in de jaren ’90 ’s winters een limiet had van 70 duiven, voedsters inbegrepen. Ik kweekte er toen zo’n 80. Inmiddels tweemaal zoveel, maar ik verspeel er dus ook tweemaal zoveel.

Op zich hoeven we de weersomstandigheden dus niet de schuld te geven, maar het feit dat we steeds meer uit afval zijn gaan kweken. Het percentage afval dat gekweekt wordt, stijgt logischerwijs steeds sneller.

Op één jaar 10% bruikbare duiven kweken, is op ieder hok een feit. Iemand die de lat hoog legt, kweekt 10% bruikbare en iemand die de lat laag legt,  kweekt voor zijn niveau ook 10% bruikbaar materiaal. En nee, daar kan geen pilletje, voedingssupplement of duivenkeurder iets aan veranderen.

Goede duiven sterven vaak in het harnas

Ik miste mijn 2e getekende nog van Issoudun en mijn 3e getekende van Pont-Sainte-Maxence. Nu is het vaak zo dat als een goede duif ’s avonds niet thuis is, hij vaak niet meer terugkeert.

Duiven van een mindere kwaliteit blijven nakomen, zelfs dagen nadien. Daar is vaak ook weinig aan te zien. Die gaan gewoon op tijd zitten en geloven het wel. Een topper daarentegen blijft gaan en vliegt tot hij niet meer kan en sneuvelt vaak niet ver van huis.

Zo werd Home Alone van Braad-de Joode al eens van een steiger geraapt, niet te ver van huis. De Winner, 1e Asduif WHZB van Rinus van Gastel, werd van straat geraapt op amper 5 km van huis.

Ik was dus niet verrast toen ze vandaag belden dat ze mijn 2e getekende van Issoudun van straat hadden geraapt in Oosterhout. Of ze het gaat redden, valt nog te betwijfelen. Al het vlees wat eraf kon gaan, was eraf en alle fut is eruit.

Nu heb ik zoiets al vaker meegemaakt. Komen ze er doorheen, dan zijn ze zeker nog niet afgeschreven. Mijn Warriors Girl won een 1e in de afdeling en kwam kort daarna voor dood thuis, maar werd nadien één van mijn beste Dagfond duiven.

Het is daarom belangrijk om duiven die op sterven na dood opgevangen worden, toch op te geven en de eigenaar te laten beslissen of hij of zij het de moeite waard vindt om hem op te halen. Vaak zijn dat topduiven, zonder dat dit er op het eerste moment aan af te zien is.