Al opleren ja of nee?

Gaan we al opleren of toch nog niet? Ik hoor van verschillende mensen dat ze al weg zijn geweest. Zelf ben ik nog rustig vanwege de koude oostenwind.

Begrijp me niet verkeerd, het is niet dat ik er watjes van maak. Ze gaan hier gewoon iedere ochtend om 8 uur los, of het nu -10 of +10 graden is. Dit schijnt ze niets uit te maken.

Duiven opleren is ze verplichten om pal in de wind te vliegen. Ik denk zelf dat dit niet goed is met temperaturen onder de 10 graden. Dat je daar later de rekening voor gepresenteerd krijgt, spreekt voor zich.

Keuze uit twee programma’s

Ik ben voorstander om een A en B vliegprogramma te maken. Is de maand maart mooi zoals vorig jaar, dan kun je begin april starten (programma A). Is de maand maart slecht zoals dit jaar, dan kun je enkele weken later beginnen (programma B).

Het doel hiervan is om de liefhebber tegen zichzelf in bescherming te nemen en te behoeden voor onjuiste beslissingen. We kunnen in programma B het vliegseizoen enkele weken langer door laten lopen, mocht het eind september nog mooi weer zijn.

Het gros van de liefhebbers speelt immers toch voor de vlucht an sich en niet zozeer voor een kampioenschap denk ik, anders zouden er ieder jaar veel teleurgesteld zijn.

Totaal weduwschap & motivatie

De duiven gaan dit weekend op totaal weduwschap en dan ga ik ze daar rustig aan laten wennen. Of ze nu 14 of 20 weken op weduwschap staan maakt niet zoveel uit denk ik, zolang je maar een systeem hebt waarbij je niet teveel aan motivatie doet.

Ga je echter twee keer per week op stap tussen de vluchten door en toon je de duiven ook nog eens, dan zal het snel over zijn met presteren.

Denk maar aan al die one loft races. De duiven worden daar op geen enkele manier gemotiveerd, op de meeste plekken zelfs niet eens verduisterd. In landen zoals China en Koeweit gaan de oude en jonge duiven gezamenlijk de mand in en los. Waar blijf je dan met je motivatie?

Het gaat simpelweg om goede, gezonde en verzorgde duiven. Hiermee bedoel ik niet medisch volgepropte duiven, wat ze in die landen volgens mij ook veel doen. Ze tonen daar vaak veel interesse in wat wij hier aan medische begeleiding doen, dat zegt mij al genoeg.

Wat dat aangaat, zou Fernand Mariën daar nog veel werk te verrichten hebben.